La Cour de cassation en dialogue / Het Hof van Cassatie in dialoog

Dans leurs fonctions de chefs de corps, le premier président Beatrijs Deconinck et le procureur général André Henkes ont dialogué en permanence, échangeant sur tous les sujets qui animent la vie de la Cour de cassation. Le thème de ce liber amicorum, qui leur est dédié, est donc tout trouvé : « La Cour de cassation en dialogue – Het Hof van Cassatie in dialoog ». Il s’agit du dialogue sous toutes ses formes : dialogue interne, au sein même de la Cour de cassation – entre les conseillers, entre le siège et le parquet, avec les magistrats honoraires et les référendaires –, et dialogue externe, avec les autres cours suprêmes belges, avec des juridictions soeurs à l’étranger et des collègues européens, avec les juridictions de fond, avec le barreau, et avec la doctrine.
Les contributions de ce liber traitent des orientations futures de la Cour, de questions liées à son organisation interne et à ses rapports avec le monde extérieur, ainsi que de questions de fond ou de procédure controversées. Les auteurs viennent d’ici et d’ailleurs et d’horizons divers, notamment des Cours de cassation belge, française et luxembourgeoise, du Hoge Raad der Nederlanden, de la Cour constitutionnelle et du Conseil d’État, de la Cour de justice de l’Union européenne, de la Cour européenne des droits de l’homme, du parquet, du barreau et des universités.
•••
Eerste voorzitter Beatrijs Deconinck en procureur-generaal André Henkes pleegden bij de uitoefening van hun functie als korpschef van het Hof van Cassatie voortdurend overleg en gingen daarbij geen enkel onderwerp uit de weg. Het thema van dit liber amicorum, dat aan hen beiden wordt opgedragen, ligt dan ook voor de hand: “Het Hof van Cassatie in dialoog – La Cour de cassation en dialogue”. Het gaat daarbij om dialoog in al zijn vormen: interne dialoog in de schoot van het Hof van Cassatie zelf – tussen de raadsheren, tussen de zetel en het parket, met de eremagistraten en de referendarissen – en externe dialoog – met de andere Belgische hoogste gerechtshoven, buitenlandse zusterhoven en Europese collega’s, de feitenrechters, de balie en de rechtsleer.
De bijdragen van dit liber hebben betrekking op richtingen die het Hof in de toekomst kan inslaan, op kwesties die verband houden met zijn interne organisatie en zijn betrekkingen met de buitenwereld, en op controversiële rechtsvragen ten gronde of procedurele kwesties die het voorwerp uitmaken van debat. De auteurs komen uit binnen- en buitenland en uit diverse hoeken, waaronder het Belgische, Franse en Luxemburgse Hof van Cassatie, de Hoge Raad der Nederlanden, het Grondwettelijk Hof en de Raad van State, het Hof van Justitie van de Europese Unie, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het openbaar ministerie, de balie en de universiteiten.