De nawerking van straf(proces)rechtelijke regels bij de administratieve sanctionering van misdrijven
In de Europese lidstaten is er een depenaliseringstendens, die in België herhaaldelijk een ‘zachte’ vorm heeft aangenomen, waarbij de wetgever voorziet in de mogelijkheid tot bestuurlijke afhandeling. Misdrijven kunnen dus zowel strafrechtelijk als administratiefrechtelijk worden afgehandeld. Bij deze ‘gemengde’ misdrijven moet een bevoegde instantie, vaak het parket, optreden als spelverdeler en discretionair bepalen of ze administratief dan wel strafrechtelijk worden gesanctioneerd. Deze voor de overtreder onzekere keuze determineert de aard van de vervolging en is dus niet neutraal. De beslissing om administratief af te handelen, vormt de als misdrijf omschreven gedraging immers om tot een soort ‘ex-misdrijf’. Deze term is gepast omdat de keuze voor administratieve afhandeling ertoe leidt dat de regels van het Strafwetboek en het Wetboek van Strafvordering (overeenkomstig het internrechtelijke strafbegrip) niet (langer) gelden. Bijgevolg rijst de vraag hoe de wetgever, eens gekozen voor de administratieve afhandeling, die afhandeling moet inrichten. Momenteel heeft de wetgever nog onvoldoende nagedacht hoe die afhandeling moet worden ingericht en is elke administratieve sanctieprocedure apart en verschillend gereguleerd. Het resultaat is een gefragmenteerd en versnipperd geheel.
Dit boek, dat de commerciële uitgave is van een doctoraatsonderzoek, tracht de punitieve bestuurlijke handhaving als reactie op ex-misdrijven mee vorm te geven en onderzoekt of een aantal straf(proces)rechtelijke regels aan die zogenaamde ex-misdrijven ‘blijven plakken’. De auteur gaat meer specifiek na welke regels van het strafrecht en het strafprocedurerecht moeten nawerken als beslist wordt om een gemengd misdrijf uitsluitend via een administratieve procedure af te handelen.
Uitgever : Larcier - Intersentia
Aantal pagina's : 1074
ISBN : 9789400017856
Uitgavedatum : 01/04/2024